- This event has passed.
INTO THE WILD – SURROGATES, MAKE BELIEVES AND A BIT OF POPCORN SEXISM
27 september 2014 - 26 oktober 2014
Inleiding door Hilde Van Canneyt
Tekst naar aanleiding van de expo ‘Into the wild – Surrogates, make believes and a bit of popcorn sexism’
Augustus 2014 (Hilde Van Canneyt)
‘Art is a matter of life and death. This may be melodramatic, but it is also true.’ (credo Bruce Nauman)
Tom Woestenborghs. Denk: kleurrijke esthetische collages, bewoond door mooie, prikkelende of historische wezens, veelal uit een surrogaatwereld. Toegankelijke en vriendelijke beelden, puttend uit het nu of de geschiedenis. Tragisch-komisch getint. Maar let op: onder de openheid van de beelden huist een wrange ondertoon. Het zijn taaie beelden. Soms met een vleugje politiek, maar steeds sociaal beschouwend. De dualiteit is nooit ver weg.
In zijn op het eerste zicht gemakkelijk leesbare beelden, dringt hij als het ware binnen in het territorium van zijn medemens. De positie van de mens, de bezinksels van het menselijk gedrag en zijn uitwassen, zijn dan ook een constante in zijn werk.
Visueel: échte jongens worden niet groot. Al weet intuïtief iedereen die zijn beeldentaal bekijkt waarover ‘het’ gaat. De kijker triggeren én enig inzicht meegeven, is bijna een zacht gebod op zich. Mensen die zijn expo’s buitenwandelen, zullen zonder twijfel met een unheimlich gevoel naar buiten stappen. Misschien gaat de boodschap wel over de zelfreflectie van de toeschouwer?
Woestenborghs wil geen kritiek pareren. Zijn broeierige beelden zijn op het eerste zicht, terug meer analytisch dan kritisch. De kritiek huist vaak niet in het individuele beeld, maar manifesteert zich op dwingende wijze in de dialoog tussen de beelden binnen één reeks. Als kunstenaar kijkt hij naar de maatschappij en valt zijn (kunstenaars)oog sowieso op beelden die hem intrigeren. Alle elementen van de samenleving licht hij uit in eigen gecomponeerde beelden. Schalks houdt de kunstenaar ons toch een spiegel voor.
Woestenborghs treedt als kunstenaar zelden naar voren. Hij heeft de neiging zich achter zijn werk te plaatsen. Hij houdt niet van navelstaarderij, kunst moet naar zijn gevoel handelen over de wereld zelf. Hij is als kunstenaar in de eerste plaats een toeschouwer, en hij heeft de neiging in een soort reflex de dingen voor te schotelen aan andere mensen. Beelden die over niks gaan for granted uitspuwen, lukt hem niet. Hij moet het idee hebben dat dat beeld er moét zijn. En indien nodig zelfs met het cliché van de universele levensvragen. Tom Woestenborghs zoekt zelf zijn plaats in het leven en zoekt zijn evenwicht als mens en kunstenaar in de maatschappij. En intussen werkt hij zonder genade verder met een onverzadigbare koorts.
Waarom er zoveel seks, wapens en latente agressie naast heldenhuldes en heroïsche portretten in zijn werk voorkomt? “Zo worden jongetjes grootgebracht. Wij worden al 4000 jaar geprogrammeerd om veroveraar of soldaat te zijn. Ik ben een man en mannen worden nu eenmaal groot door het verlangen naar seks. Als sublimatie grijpen we naar wapens of andere dingen die ons een bepaalde illusie van macht verstrekken”, aldus Woestenborghs.
Formeel kan je zijn werk het beste omschrijven als popart versus actueel-historische romantiek. Vertrekpunt: zowel met gevonden als zelfgenomen beelden worden associaties gemaakt om zo tot het gewenste beeld te komen.
Techniek: schilderijen zonder verf. In de plaats krijgen we ‘schilderijen’ van verschillende lagen gekleurde transparante folie, gepresenteerd in een lightbox of op aluminium platen (= een staaltje arbeidsintensief werk). Door de andere soort materialiteit is zijn picturale ingreep veel analytischer. Want verf impliceert meer toeval, terwijl folie rationeler is.
Hoofdmateriaal: licht. Denk: glasramen, dit in combinatie met zijn liefde voor structuur en patronen.
Daarnaast krijgen we ook digitale prints (fotocollages) van hem te zien.
“Waarom maakt hij dat beeld niet zelf?”, vroeg ik me af. Voor Woestenborghs zijn z’n prints en werken in gekleurd plastiek evenwaardig. De mentale constructie van zowel de collages als de digitale beelden volgen hetzelfde patroon. De materiële productie van een compositie kan tellen als een sublimatie van het gekozen beeld. Sommige beelden vragen hier om. De beelden die enkel digitaal blijven, zijn sterk genoeg op zichzelf.
Voor Woestenborghs (schilder van opleiding en ook een HISK-laureaat, dus hij weet de klepel goed hangen) was het langs maquettes en installaties, even zoeken naar een geschikte vorm en methode van weergeven. Beide vormen en methodes van uitdrukken zijn organisch gegroeid.
Zijn laatste reeks ‘Into the wild – surrogates, make believes and a bit of popcorn sexism’ bevat weer spannende, voldragen beelden die opnieuw veel méér zijn dan een mooie verpakking zonder inhoud.
Deze nieuwe reeks – de titel dekt de lading – gaat over de spiegel van ons continu falen en het geloven in fictie. Hier wil hij de toeschouwer confronteren met zelfbedrog. ‘Dé media’ en ‘dé maatschappij’, leggen zij, en bij gevolg wij, ons geen verwachtingspatronen op die totaal niet haalbaar zijn? Think so! Denk aan de projectie van ‘meisjes’ in de sociale media en de selfies die zuiver een placebo effect bewerkstelligen. (Maar hier als extra bonus: het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van de man.)
Een voorstelling om in de sfeer te komen is ‘Encounter’: een typisch beeld geplukt uit een openingsshoot van een jaren ’80 pornostrip. De fantasie van de lezer slaat op hol, terwijl het in werkelijkheid (bijna) nooit gebeurt dat een femme fatale zich lekker tegen je aanschuurt. Het is het soort beeld dat een bepaalde spanning teweegbrengt bij mannen, doch onrealistisch is.
Ook de beelden uit de reeks ‘Seduce endlessly, like fame imposes everything‘ en ‘Femme fatale’ doen de gemoederen van de kijker stevig verhitten. Dit alles gaat over niets meer dan sociaal zelfbedrog: dit heeft met reflectie te maken, want willen we ons niet allemaal positioneren en meetellen? Nochtans projecteren meisjes dat beeld op de werkelijkheid en zien we hier terug het verwachtingspatroon van ‘mooi en sexy’ en wat de reclame ons voorschrijft. Terwijl de meesten nooit mooi of beroemd zullen worden. (Meer dan een surrogaatroem is het niet.)
‘The hunt’ is heel wat poëtischer gebracht en gaat over adolescentie en ontluikende seksualiteit.
‘Sure shot’: dit beeldenshot is gebaseerd op een reclameposter van pistolen voor zwakke(re) vrouwen, zodat zij zich veilig zouden voelen = de illusie van veiligheid.
Kleine tongue in cheek: de dief die op de afbeelding door het raam kruipt, is de man die – door het doden van zijn oom – de figuur van Spiderman er toe aanzet om een held te worden. Deze doorgedreven voorzienigheid doodt zijn eigen helden; alias een aanslag op het ontstaan van Spiderman.
‘Mirroring stasis’: letterlijk vertaald: ‘het spiegelen van een continue stilstand’. De opgezette wolfachtigen staan voor de immobiliteit van de mens eens hij in een bepaald patroon zit. Net zoals de wolf die naar de nooduitgang kijkt, ervaar je het unheimliche gevoel dat je niet echt kan ontsnappen.
‘Staging reality’: een man creëert een soort van microlandschapjes in kijkdozen. Het personage onttrekt zichzelf aan de realiteit en belandt zo in een surrogaatwereld. Woestenborghs wil tonen hoe mensen illusies creëren om uit de echte wereld te ontsnappen. (Denk bijvoorbeeld aan soaps.)
‘Larry’ is een buitenbeentje. Het is een beeld uit een heel oud computerspel: ‘Leisure suit Larry’, van toen Woestenborghs 12 jaar oud was. De meeste mannen tussen 35 en 45 jaar kennen dit. Bedoeling van de game: je maagdelijkheid verliezen! De kunstenaar heeft een screenshot van dat spel genomen en dit digitaal hertekend, als een tribute.
‘Divers’: deze D-print van een historisch beeld staat terug voor het heldendom. Het vat het geheel goed samen. Dit beeld kan als Leidmotiv worden gezien van de mannelijke drang. Maar meer dan dit staat het ook symbool voor het zichzelf moedig onderdompelen in de stoere verwachtingen die verbonden zijn aan het echte man zijn. Het vormelijke aspect is hier ook belangrijk. De raampjes in de helmen van de duikers zijn leeg gelaten, zodat de achtergrond terug zichtbaar wordt. Het beeld duikt terug in zijn achtergrond, een bewust uitgelokte schilderkundige fout.
Het moet benadrukt worden, hoe significant het plastische/picturale/materiële/vormelijke onderzoek voor Woestenborghs is. Zijn werk omhelst zoveel meer dan (droge) collages of digitale beelden. Zijn beelden hebben wel degelijk een grote plasticiteit. Je moet je hem in zijn praktijk voorstellen als eender welke andere schilder die met zijn doek – plaat in zijn geval – danst, alles bestudeert, en vecht op zoek naar die vormelijk geniale ingreep.
Tom Woestenborghs is een kunstenaar met een typische eigen handtekening. Zijn werk is gemakkelijk herkenbaar – ook gemakkelijk verteerbaar – maar toch kan je er hem niet van verdenken in een visueel patroon te vervallen. Hij levert ons telkens weer nette reeksen, en elk werk op zich is verfrissend en heeft zijn eigenheid.
Is het belangeloze kunst, nothing more nothing less? Neen, dit schalks, ironisch en oprecht werk van deze kunstenaar pronkt trots naast het werk van onze andere respectabele Belgische kunstenaars.